How billion dollar margins are played out on the backs of electronics workers
In de elektronicasector bestaat de fabrieksverkoopprijs voor ongeveer 2% uit arbeidskosten. Tony Harris legt in dit artikel uit hoe het kan dat een elektronica product voor 100 euro de fabriek ingaat, en er voor 500 euro uitkomt. Dit terwijl fabrieksarbeiders vaak weinig verdienen en in ongezonde en onveilige situaties werken. Om arbeidsomstandigheden in de elektronica sector te verbeteren, moeten we de financiële relaties tussen Electronic Manufacturing Services (EMS) zoals Flextronics, Foxconn and Jabil en multinationale elektronica bedrijven zoals Apple, HP, Lenovo, Dell, Acer, Asus en LG leren begrijpen. Pogingen van bedrijven om arbeidsomstandigheden te verbeteren bestaan vaak uit gebrekkige sociale audits en ad hoc reacties op tragische gebeurtenissen, en schieten daardoor danig tekort. De auteur van dit artikel stelt: Of we het nu willen of niet, prijs, snelheid en flexibiliteit zijn de belangrijkste factoren waar bedrijven hun beslissingen op baseren. Kwaliteit, duurzaamheid en sociale verantwoordelijk komen voor hen op een tweede en derde plaats. In dit artikel laat Harris zien waar de economische spanning tussen EMS en bedrijven vandaan komt en hoe dit uitgespeeld wordt over de rug van arbeiders die graag nachten doorwerken voor een paar dollars meer, om hun familie te kunnen onderhouden. Hij laat zien dat het om marges en spelingen tussen de fabrieks- en verkoopprijs gaat, en legt dit uit binnen het kader van de Purchase Price Variance (PVV) techniek en Profit Life Cycle.
lees meer minder