Houtproductie voor biomassa die in Nederland voor energieopwekking in kolencentrales wordt gebruikt, veroorzaakt in Estland ernstige schade aan bossen en natuur. Dat blijkt uit SOMO’s onderzoek ‘Wood pellets damage‘ in opdracht van Greenpeace Nederland. De Nederlandse duurzaamheidscriteria voor biomassa worden in de praktijk met voeten getreden.
Wood pellet damage
Graanul Invest, een belangrijke leverancier van biomassa aan Nederland en Europa, is voor haar biomassaproductie betrokken bij de houtkap van oude bossen met hoge biodiversiteitswaarde. Het gaat daarbij om Natura 2000-gebieden, en bossen op veengronden waarin veel CO2 ligt opgeslagen. Zo werd er oerbos met honderden jaren oude dennenbomen en bedreigde schimmelsoorten gekapt.
Ook documenteerden de onderzoekers kaalkap in leefgebieden van zeldzame en bedreigde vogels zoals de drieteenspecht, het hazelhoen en de kleine vliegenvanger. Daarnaast zijn cultureel belangrijke herdenkingsbomen gekapt, zogenoemde kruisbomen. Onder de duurzaamheidscriteria had dit nooit mogen gebeuren, en het is niet uit te sluiten dat houtpellets uit deze houtkap ook in Nederlandse energiecentrales zijn verbrand.