Direct naar inhoud
iStockphoto

Nederland moet zich nóg sterker maken voor regels tegen voedselspeculatie

Geplaatst in categorie:
Nieuws
Gepubliceerd op:

Nederland ondersteunt Europese voorstellen om de marktverstorende speculatie met prijzen van grondstoffen en voedsel tegen te gaan. Maar de Nederlandse politiek moet de komende weken haar rug recht houden om mazen in de wet te voorkomen.

Er moet daadwerkelijk paal en perk worden gesteld aan die schadelijke speculatie, stelt senior onderzoeker Myriam Vander Stichele van SOMO. De Tweede Kamer kan haar invloed gebruiken om strikte regelgeving en toezicht veilig te stellen. In de eerste helft van 2013 wordt hierover op Europees niveau besloten.

Woensdag 30 januari liet de vaste commissie voor Economische Zaken zich door experts bijpraten over de ‘Toekomst van voedselproductie en producenten in Nederland”. Vander Stichele is een van die experts. Zij lichtte onder meer toe dat het Europees beleid ten aanzien van prijsvorming op termijnmarkten integere marktprijzen voor boeren moet garanderen. Dit terwijl het gemeenschappelijke landbouwbeleid de prijzen nu meer aan de markt over laat.

Sterke prijsschommelingen

Boeren worden erop gewezen dat ze zich op termijnmarkten kunnen afschermen tegen de risico’s van prijsschommelingen (‘hedging’). Behalve prijsgaranties bieden termijncontracten belangrijke prijssignalen voor planning van oogsten. Maar dat moet zonder manipulatie gebeuren.

Vander Stichele: “Daar waar voorheen hedging 70 procent van de termijnmarkt besloeg, is de laatste jaren de speculatieve handel dominant. Na de deregulering van de termijnmarkten in de Verenigde Staten, probeerden steeds meer financiële instellingen en investeerders, die niets met de fysieke handel te maken hebben, met grondstoffenderivaten snelle winsten te maken.” 

Uit diverse onderzoeken blijkt dat hierdoor de voedselprijzen en –schommelingen wereldwijd worden beïnvloed. Sterke volatiliteit in voedselprijzen kan inkomsten van boeren en de voedselzekerheid in ontwikkelingslanden bedreigen. Zeker in geval van snelle prijsstijging kan voedsel onbetaalbaar worden voor de armsten.

Invloed op EU-regulering

De Europese voedsel- en grondstoffenderivatenmarkten zullen eindelijk worden gereguleerd door de EU via de herziening van de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID-2). De Raad van Ministers van Financiën en het Europese Parlement (EP) reageren afzonderlijk op de voorstellen van de Europese Commissie en komen in tweede instantie tot compromissen.

Het EP heeft haar standpunt al op 26 oktober 2012 bepaald. De besluitvorming door de Ministers van Financiën wordt telkens uitgesteld en op zijn vroegst in mei verwacht. Volgens Vander Stichele kan Nederland haar invloed nog aanwenden voor meer nauwkeurige regelgeving.

Amerikanen lopen voorop

Vander Stichele: “Met de motie De Lange/Koopmans geeft de Tweede Kamer aan dat de regelgeving minimaal het niveau moet hebben van de vergelijkbare regulering in de Verenigde Staten. De bestaande Amerikaanse wetgeving en de nieuwe Dodd-Frank Act lopen voorop in beperking van marktverstorende speculatie op de grondstoffenmarkt. De Nederlandse opstelling is positief, maar op Europees niveau zitten er wat addertjes onder het gras.

Positielimieten reguleren

Een cruciaal voorstel betreft het wettelijk beperken van omvang en aantal termijncontracten in handen van speculatieve handelaren, wat ook wel positielimieten genoemd. Volgens de huidige voorlopige voorstellen willen de Europese ministers namelijk dat niet de Europese toezichthouder ESMA bepaalt hoe hoog of laag die positielimieten zijn, maar de nationale toezichthouders, zoals de Autoriteit Financiële Markten in Nederland. Het Europese parlement wil terecht dat ESMA die positielimieten bepaalt. Het gevaar bestaat namelijk dat sommige landen hun eigen termijnmarkten en handelaren gaan bevoordelen door veel contracten – en dus speculatie – toe te staan, terwijl landen met strengere wetgeving minder handel naar zich toe trekken.

Derivatenhandel beperken

Volgens Vander Stichele dreigt bovendien de groeiende handel buiten de beurs niet beperkt te worden. Deze zogenaamde ‘Over the Counter’- handel (OTC) contracten worden ‘onderhands’ verhandeld en zijn onlangs aan wat meer toezicht en regelgeving onderworpen, maar zonder directe beperkingen in hun aantal.

Nederland moet zich ervoor sterk maken dat deze derivatenhandel ook aan limieten wordt onderworpen, zoals in de VS gebeurt en volgens de voorstellen van de Ministers ook in Europa kan. Maar het Europese Parlement zet hier vooralsnog niet op in!”

Efficiënter toezicht

Nederlandse politici kunnen bovendien een sterker pleidooi voeren voor efficiënter toezicht op nationaal en EU-niveau. De Europese toezichthouder ESMA heeft behoorlijke bevoegdheden om op te treden.

Vander Stichele: “Maar de organisatie heeft weinig capaciteit en moet idealiter zowel de financiële als de fysieke termijnmarkten monitoren. Van belang is daarom dat Nederland wel aandringt dat ESMA en de nationale toezichthouders alle gegevens krijgen – en niet alleen op aanvraag. Daarbij moet ESMA samenvattingen van de gegevens wekelijks publiceren zodat ook stakeholders, zoals boeren, en parlementsleden een duidelijk overzicht krijgen van wat er op alle termijnmarkten in Europa gebeurt!

Terwijl MiFID-2 in behandeling is, constateert Vander Stichele dat speculatieve financiële spelers nieuwe complexe en riskantere grondstoffenfondsen en andere financiële producten die de voedselprijzen volgen, op de markt brengen.

“Strikte wetgeving is noodzakelijk om boeren te beschermen tegen deze excessieve speculatie!”.

Meer informatie nodig?

Geplaatst in categorie:
Nieuws
Gepubliceerd op:

Gerelateerde content

Op de hoogte blijven?

Meld je aan voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van nieuw onderzoek naar de macht van bedrijven.